Robèrt van Beckhoven, bekend als meesterkok uit Heel Holland Bakt, heeft in een interview met het Nederlands Dagblad zijn frustratie geuit over een specifiek aspect van de Nederlandse horecacultuur: het wijdverbreide gebruik van supplementen.
Hij stoort zich aan het feit dat gasten in restaurants vaak extra moeten betalen voor relatief eenvoudige toevoegingen aan hun menu, zoals een salade of friet.
Zijn ergernis bereikt een hoogtepunt bij de dessertkaart. Het steekt hem enorm dat kaas vaak als een ‘supplement’ wordt aangeboden waarvoor de gast flink moet bijbetalen, soms wel vijf euro of meer.
Minimale inspanning
Hij vraagt zich hardop af waarvoor die meerprijs eigenlijk is. In zijn ogen vergt het minimale inspanning van de keuken: “vier blokjes kaas afsnijden” en serveren met wat gelei, terwijl de rest van de kaas gewoon weer de kast in gaat.
De kern van zijn frustratie is de scheve verhouding in waardering. Terwijl voor die simpele kaasplank extra betaald moet worden, wordt het complexe werk van de patissier als vanzelfsprekend beschouwd.
Hij benadrukt dat een patissier ’s ochtends vroeg begint met het draaien van ijs en het maken van friandises, krokantjes en crèmepjes voor een prachtige finale. Dat dit ambachtelijke, arbeidsintensieve werk blijkbaar “niets extra’s” waard is, terwijl de kaas dat wel is, is iets waar hij zich “enorm over kan opwinden”.
Van Beckhoven keert vanaf zondag terug als jurylid in een nieuw seizoen van Heel Holland Bakt. Hij noemt de opnamedagen, samen met Janny van der Heijden en André van Duin, “een feestje” .
Bekijk hier de gehele deelnemerslijst van Heel Holland Bakt.
