Zanger en acteur Gerard Cox is zondag op 85-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van uitgezaaide slokdarmkanker.
Dit nieuws werd bekendgemaakt door RTL Boulevard. In augustus liet Cox zelf al weten ongeneeslijk ziek te zijn, met de mededeling “nog een paar maanden” te hebben. Zijn overlijden volgt daarmee de eerdere prognose nauwgezet op.
Geboren in Rotterdam-Zuid op 6 maart 1940, begon Cox zijn carrière als onderwijzer, maar vond al snel zijn roeping op het podium. Vanaf de jaren ’60 boeide hij het publiek met geëngageerde luisterliedjes, waaronder zijn eerste opname “Jacqueline”. Ondanks afwijzing voor de toneelschool, debuteerde hij in 1962 als acteur en sloot zich in 1966 aan bij cabaretgroep Lurelei. Controverses schuwde hij niet, met een proces-verbaal voor het lied “Arme ouwe” als gevolg.
In de jaren ’70 maakte Cox furore op televisie met persoonlijkheidsshows. Zijn muzikale hit “‘t Is weer voorbij die mooie zomer” werd door Ivo de Wijs destijds weliswaar “artistieke uitverkoop” genoemd, maar groeide desondanks uit tot een klassieker. Als acteur brak hij door in 1977 met de film “Het debuut”. Zijn grootste publiekssucces behaalde hij echter met de comedyserie “Toen was geluk heel gewoon”, die hij met Joke Bruijs speelde en de Gouden Televizier-Ring won.
Ook op hoge leeftijd bleef Cox onverminderd actief in theater, televisie en film. Hij was te zien in programma’s als “Beter Laat Dan Nooit”, trad op met De Toppers en regisseerde toneel. In zijn laatste jaren verscheen hij nog in producties als “Casa Coco”, “Scrooge Live” en “Secret Duets”, waarmee hij zijn veelzijdige en rijke carrière tot het einde voortzette.
