In een recente aflevering van de “Conan O’Brien Needs A Friend” podcast, bekritiseerde Liam Neeson opnieuw de toenemende hoeveelheid ‘Star Wars’-sequels en spin-offs, die volgens hem de magie van de franchise aantasten.
Neeson speelde de rol van Jedi-meester Qui-Gon Jinn in ‘Star Wars: Episode I – The Phantom Menace’ uit 1999 en werd gevraagd hoe vaak fans om zijn handtekening vragen.
Neeson merkte op dat hij soms handtekeningen weigert, met name op luchthavens. Hij benadrukte dat de franchise inmiddels zo uitgebreid is geworden dat het zijn oorspronkelijke charme heeft verloren. Deze kritiek herhaalde Neeson, die ook kort te zien was in de Disney+-serie ‘Obi-Wan Kenobi,’ eerder dit jaar.
Geluiden lichtzwaarden
Tijdens het gesprek met Conan O’Brien onthulde Neeson ook een grappig moment tijdens de opnames van de eerste ‘Star Wars’-film. Hij en co-ster Ewan McGregor konden het niet laten om geluiden van lichtzwaarden te maken tijdens hun eerste gevechtsscène. Regisseur George Lucas moest ingrijpen en hen vertellen te stoppen en dat de geluiden later zouden worden toegevoegd met speciale effecten.
Neeson herinnerde zich ook dat de visuele effecten in ‘The Phantom Menace’ zo uitgebreid waren dat zijn make-up er eigenlijk niet toe deed, aangezien veel scènes met behulp van CGI werden gemaakt.
Groene tennisbal
Hij beschreef een scène waarin hij moest acteren tegen een groene tennisbal die later werd omgezet in een vliegend monster. Zijn make-upartiest vertelde hem dat hij net zo goed een aap kon zijn die een pijp rookt, want niemand zou naar hem kijken.
Hoewel Neeson kritisch is over de uitbreiding van de ‘Star Wars’-franchise, blijft zijn rol als Qui-Gon Jinn in de harten van fans gegrift staan.