De Nederlandse rapper Lil Kleine heeft verrassend genoeg besloten om niet in hoger beroep te gaan tegen zijn veroordeling voor een mishandeling in een Amsterdamse club in 2019.
Vorig jaar kreeg hij een werkstraf van 120 uur opgelegd, maar hij tekende destijds direct beroep aan. Zijn advocaat heeft bevestigd dat het hoger beroep is ingetrokken, maar er is geen duidelijkheid gegeven over de reden achter deze beslissing.
Werkstraf
De rechtbank van Amsterdam veroordeelde Lil Kleine, oftewel Jorik Scholten, in februari 2022 tot de werkstraf vanwege zijn betrokkenheid bij de mishandeling van een man in een nachtclub. Het slachtoffer werd door Lil Kleine en twee andere mannen uit Boxtel vastgepakt, geschopt en in het gezicht geslagen of gestompt. Het slachtoffer liep verschillende verwondingen en emotionele schade op.
De rechter oordeelde dat dit een geval was van zinloos uitgaansgeweld en achtte bewezen dat alle drie de mannen het slachtoffer hadden mishandeld. Een medeverdachte kreeg eveneens een werkstraf van 120 uur, terwijl de derde verdachte een gevangenisstraf van een maand kreeg.
Ondanks zijn bewering van onschuld, besloot Lil Kleine toch om af te zien van verdere juridische stappen. Eerder had hij verklaard dat hij de man had aangesproken vanwege een incident met zijn toenmalige verloofde, Jaimie Vaes. De exacte redenen achter zijn besluit om niet in hoger beroep te gaan, blijven vooralsnog onbekend.