Het aantal Nederlandse miljonairshuishoudens blijft toenemen. Volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hadden begin vorig jaar 452.000 huishoudens een vermogen van minimaal 1 miljoen euro.
Dit markeert een stijging van zeventienduizend huishoudens in slechts één jaar tijd. Ongeveer 5,5 procent van de Nederlandse huishoudens mag zich nu miljonair noemen, waarbij de definitie het totale bezit, inclusief de waarde van de eigen woning, omvat.
Uitschieters
De concentratie van deze welvaart is regionaal verschillend. Noord-Holland en Utrecht herbergen naar verhouding de meeste miljonairs, met circa 7 procent van de huishoudens in deze provincies. Uitschieters zijn gemeenten als Bloemendaal en Laren, waar zelfs één op de drie huishoudens een vermogen van een miljoen euro of meer heeft. Het doorsneevermogen onder miljonairs bedraagt 1,6 miljoen euro; slechts een klein deel, 3 procent, bezit meer dan 10 miljoen euro.
De vermogensstructuur van de gemiddelde miljonair wijkt af: de woning vertegenwoordigt ongeveer een kwart van het bezit (na verrekening van de hypotheekschuld). Opvallend is ook de vergrijzing binnen deze groep, waarbij het pensioen voor ongeveer 40 procent de grootste inkomstenbron vormt. Dit is een significante verschuiving ten opzichte van 2014, toen ondernemerschap nog de primaire inkomstenbron was voor 70 procent van de miljonairs, een percentage dat inmiddels is gehalveerd.